Daten via internet moet je niet doen. Dat schreef ik een tijdje geleden ook al. En heel recent ben ik maar weer met mijn neus op dit feit gedrukt. Laat je niet verleiden, doe het niet!
Hoewel hij de zelfde wijsheid predict, zijn we onder druk van andere internetters toch maar samen op date gegaan. Ik was zijn type niet, hij die van mij niet. Maar soms doe je iets geks om van het gezeur af te zijn.
Maar wat wist ik eigenlijk van deze man? Na veel gepush kreeg ik ineens een mail dat het maar eens zover moest komen. Of ik die dag erop al tijd had om naar hem te komen? Ach, ik had toch niets beters te doen dan studie ontwijkend gedrag te vertonen. Dus ik was wel in voor een lolletje…
We spraken af op de pier voor het Kurhaus in Scheveningen. Het zou tenslotte redelijk mooi weer worden en een strandwandeling had ik wel zin in. We zouden wel zien hoe lang het zou duren, want het was nog maar twijfelachtig of het zou klikken in het echt.
Toch was ik wat zenuwachtig vanwege de verhalen op zijn blog. Hij stelde zich nog wel eens verdekt op om zijn date te keuren voor de kennismaking. Ik regelde daarom een backup. Iets wat sowieso geen kwaad kon vanwege de twijfelachtige potentie van deze date.
Samen met Beetje toog ik richting het zuiden. Omdat ik altijd toch een leuk kleinigheidje mee wil nemen, heb ik deze keer maar een stuk kaas voor zijn huisdier meegenomen. Dierenvriend als hij is, zou hij dat wel kunnen waarderen.
Ergens tussen de fototentoonstelling moest ik hem vinden. Ik zou daar waarschijnlijk niet de enige zijn, dus ik maakte me al een beetje zorgen. Zou ik hem herkennen van zijn foto? Onderweg tankten we nog op de A4 en werd ik tijdens een kort gesprek met een leuke groep mannen (motor…jummie) voor een dilemma gesteld. We konden ook met deze mannen op stap gaan….
Maar afspraak is afspraak. Ik gaf de mannen mijn telefoonnummer voor een andere keer en besloot netjes naar de date die niet mijn type was te gaan. Mijn ego had een flinke boost gekregen van deze mannen, dus het zou helemaal goed komen met de internet-man.
Ik sprak met Beetje ons plan door. Ze zou na een half uur bellen om te vragen hoe het was. Als het verschrikkelijk was zou ik met een smoes haar ergens op veilige afstand op het strand opzoeken om er nog een leuke dag van te maken. En anders zou zij zich wel vermaken een vliegervriendje van vroeger die ze voor de zekerheid had opgetrommeld.
Ze zette me buiten het zicht van de tentoonstelling af en we zetten onze horloges gelijk. Ik had ergens een voorgevoel dat het niet lang zou duren voor ik haar weer zou zien. Mijn hart klopte in mijn keel. Ik dacht aan al die dates waar ik over had gelezen op zijn blog. Kieskeurig was hij wel. Daarbij schoten een aantal mislukte internet dates van mezelf door mijn hoofd. Ik besloot me in eerste instantie maar te richten op de foto’s in de hoop dat hij mij zou herkennen.
“Dit doe ik nooit meer”, schoot er door mijn hoofd terwijl ik probeerde te zien wat er zich afspeelde op de foto waar ik al een tijdje naar aan het staren was. Het onrustige gevoel bevroor mijn hersenen. Ik liep maar naar de volgende foto in de hoop niet te vreemd over te komen.
Links en rechts stonden mannen waarvan ik eigenlijk niet wist of zij mijn date waren. “Ik hoop niet dat dat hem is”, was de gedachte die ik had toen ik op mijn schouder werd getikt. “Zullen we maar gaan daten dan?” was het eerste wat hij zei. Ik had me zijn stem toch heel anders voorgesteld. In de spiegeling van de foto zag ik dat hij niet echt groot was, zelfs ronduit klein!
Foto’s kunnen blijkbaar heel erg vertekenen. Maar ik heb niets tegen kleine mannen. “Kom Roos, je laatste scharrels waren ook niet bijzonder lang”, prentte ik mezelf in. Ik draaide me om met een opgeluchte glimlach omdat hij blijkbaar niet bij voorbaat al was weggevlucht. “Hoi, ik ben Roos”, zei ik, terwijl ik hem van top tot teen bekeek. Blijkbaar was dat een overbodige opmerking. Hij zei dat ie dat al wist. Hoewel hij anders was dan hij op de foto op me over was gekomen had hij wel wat. Al kon ik de vinger er nog niet op leggen wat dat precies was.
We namen nog even de tijd om de andere foto’s te bekijken. “Hoe hebben we ons toch zo op laten naaien?” was een wederzijdse vraag waarop ik het antwoord niet had. Het brak gelukkig wel een beetje het ijs. De medebloggers kwamen ook uitgebreid ter sprake. “Die Beetje, ja, die kan er wel wat van! Die is lekker overtuigend”. Ik vertelde maar niet dat deze dame een paar honderd meter verderop bruin aan het bakken was omdat ze er net als ik weinig vertrouwen in had.
We gingen op een terrasje zitten om eerst even wat te drinken om de ergste spanning kwijt te raken. Hoeveel ik hem ook probeerde over te halen, iets anders dan sinas wilde hij niet hebben. Ik nam zelf maar een glas rosé. Het leek me een goed moment om te vragen naar al die dates op zijn blog. Waren die nou allemaal werkelijk gebeurd?
Hij wees naar een ietwat wittige vlek op zijn colbert die over de stoelleuning hing. “Lees morgenochtend maar waar die vlek vandaan komt” Ik besloot dat ik het niet wilde weten en probeerde mijn gedachten weer op een normaal idee te brengen. “Had je niet kunnen zeggen dat je groene ogen hebt?” vroeg hij ineens vanuit het niets. “Ehm… zoveel contact hebben we nou eigenlijk ook weer niet gehad dat ik het nodig vond om dat te vertellen”, was mijn reactie.
Blijkbaar hadden mijn ogen iets in hem losgemaakt. Hij begon te strooien met poetische zinnen. Het donkere uit zijn ogen klaarde op en voor ik het wist, wist hij het zeker. “Na die Utrechtse schone dacht ik dat het nooit meer goed zou komen”. Ik keek op mijn horloge of het halfuur al voorbij was. Net op dat moment ging de telefoon.
“Nee, echt waar? Ojee!!! Is de dokter er al? Ik kom meteen naar je toe! Ik bel je als ik de trein heb gehaald!” zei ik geschrokken door de telefoon tegen Beetje. Wat verschrikkelijk nou dat ze nu toevallig net keihard van de trap was gevallen en haar enkel had gebroken…..