Je kent de gewoonten van je eigen gemoedstoestand als geen ander. Sommigen hebben ‘s ochtends standaard een dip. Anderen hebben het eens per maand. Maar na jaren met jezelf en je stemmingen te hebben geleefd ken je ze wel een beetje. Kun je voorspellen wat de invloed van chocola of de tijd van de maand heeft.
Het duurt even, maar dan werken je lijf en hoofd uiteindelijk prima samen. Je voelt je kut, je snoept eens wat, je lijf denkt blij te zijn met de suikers, je hoofd is ook even een stuk blijer. De volgende ochtend als je in de spiegel kijkt voel je je echter weer een stuk slechter…enz.
Ik denk dat ik de afgelopen jaren vele cirkeltjes heb gezien. En dan vooral de cirkels die naar beneden gingen. Een kleine opmerking met grote gevolgen. Bijna een zwart gat wat al het mogelijke in zijn omgeving in zich opneemt om maar zwartgalliger te kunnen worden dan het al was. En hoewel je best realistisch bent dat het allemaal wel meevalt, voelt het allemaal een stuk hopelozer. De strijd van je gevoel met je verstand en andersom. En wie heeft er nou eigenlijk gelijk?
Cirkels omhoog waren er ook. Externe omstandigheden zetten de beweging in. Het beetje positiviteit wat er om je heen hangt, trekt meer aan. Je komt even in een soort van high terecht om vervolgens niet veel later weer keihard in te storten. Nog onder het niveau waar het cirkeltje daarvoor op begon.
Dit maakt je eigenlijk langzaam gek. En ik kan me serieus voorstellen dat er mensen zijn die zo wanhopig worden binnen in die constante cirkels, dat ze met zelfmoordgedachten rondlopen. Want in die cirkel naar beneden speelt namelijk een belangrijke gedachte een hoofdrol:”Waar doe ik dit eigenlijk allemaal voor?”. De zinloosheid van je eigen bestaan maakt zich aan je kenbaar. “Dus ik sta ‘s ochtends met tegenzin op, om naar mijn werk te gaan, om geld te verdienen, om te zorgen dat ik kan eten, om daarmee te kunnen zorgen dat ik nog vele jaren ‘s ochtends met tegenzin kan opstaan….”
De intern heftige ups en downs van de laatste jaren heb ik naar buiten toe altijd prima onderdrukt. Soms een beetje chago, soms lichtelijk melig. Maar ik liet vooral zien wat ik vond dat er gezien mocht worden. En eigenlijk bepaalde ik stiekem dus ook zelf wat er gevoeld mocht worden…
En als je hier dan ineens uit lijkt te komen, gebeurt er iets vreemds. De heftigheid verdwijnt en voor je gevoel vlak je af. Het lijkt wel alsof je niets meer voelt. Want er zijn eigenlijk geen noemenswaardige downs meer. Eigenlijk gaat het best lekker…of eigenlijk:”je hebt geen klagen”. Afgezien van flinke vermoeidheid vanwege het onrustige slapen voel je je ineens niet “in de steek gelaten”, “waardeloos”, “niet geliefd”, “raar” of “naief”. En als je in een situatie komt waar je je voorheen al snel wel zo zou voelen, gaat het nu vrij simpel voorbij. Ik voel me even waardeloos, maar het trekt me geen cirkel in. Het vreet me niet op van binnen.
Ik vind het allemaal prachtig. Want ik merk zo duidelijk mijn eigen weerstand tegen verandering. Me klote voelen was blijkbaar ontzettend veilig. Daar wist ik mee om te gaan. Dan had ik alles onder controle. Het was misschien niet leuk, maar ik wist waar ik aan toe was. En nu? Ik weet vandaag niet hoe ik me morgen voel. Elke dag heb ik het idee dat het niet lang goed kan gaan. Ik heb nog geen vertrouwen in de definitieve omslag. En dat geeft ook zo sterk die weerstand aan. Maar ik ben blij dat ik op de goede weg ben…. (terwijl ik eigenlijk “lijk te zijn” wilde schrijven ipv “ben”…)