Het meisje zei vol overtuiging:”Ik? Ik neem later als ik groot ben nooit kinderen!” Ze vond kinderen stom en lastig. Poepluiers, gebrek aan vrijheid, nachten wakker liggen en om nog maar niet te spreken over die helse bevalling met het uitgelubberde lichaam als gevolg! Weldenkende mensen zeiden dan altijd:”Wacht maar tot je groot bent”, want dan zou alles anders zijn. Maar nee hoor…ze wist het zeker. Geen kinderen voor haar!
En nu? Ze zit misselijk op de bank. Te bedenken wanneer het precies veranderde. Die krachtige “nooit” werd ergens een sterk verlangen. En nu kon ze niet meer terug. Ze genoot er met volle teugen van.
Ik hoop ooit dat meisje te zullen worden. Niet dat ik nu ineens graag kinderen wil, want mijn nooit is inmiddels een misschien. Maar als ik dan toch ooit zwanger zal zijn, dat die twijfel dan wel even op slag verdwenen is.
“Nooit” is toch maar een lastige. Bedenk je maar eens hoe vaak in jouw leven een “nooit” is omgeslagen tegen al je verwachtingen in. Ik riep nooit meer pianoles te willen. En recenter dacht ik nog nooit meer verder dan 30 minuten van mijn huis te zullen werken. En misschien is het wel zo dat hoe harder je “Nooit” roept, hoe harder je terug zult komen op die uitspraak….
Volgens mij is het “nooit”-virus besmettelijk. Of juist nu ik midden in zo’n overgangsfase zit, dat ik er meer oog voor heb. Want heel veel dingen die ik dacht nooit te kunnen, willen of te zullen doen ben ik nu ineens aan het doen.