Druk druk druk…

Het begint hier aardig op te schieten. Het theoretische deel van de opleiding is bijna voorbij en dan kunnen we beginnen met ons mini project. En daar is iedereen merkbaar aan toe. De motivatie voor de reguliere opdrachten is enorm afgenomen. En dat is best jammer, aangezien het best boeiende (en nieuwe) onderwerpen zijn.

Een project bedenken is nogal een uitdaging. Het is natuurlijk de taak van de begeleiding en docenten om te zorgen dat je project haalbaar en interessant genoeg is. Maar als je projectidee voor de zoveelste keer wordt afgeschoten zonder duidelijke reden, dan is op een gegeven moment je inspiratie ook wel een beetje op. Er liepen behoorlijk wat gefrustreerde mensen rond vlak voor het weekend, die weer vanaf 0 mochten beginnen.

Ik ben te eigenwijs en koppig om zomaar alles af te laten schieten. Dat kan best tot gevolg hebben dat ik straks een dramatisch project draai, maar ach. Ik verheug me erop en dat is het belangrijkste. Het is al eens volledig afgeschoten, het was te groot en onhaalbaar. En nu zijn ze ineens enthousiast nu ik het concreter heb gemaakt (maar nog steeds hetzelfde idee). Wat zegt dat over mij en de docenten, vraag je je dan af.

Het helpt dat ik mijn draai lekker heb gevonden. Het was even een tijdje lastig, maar het weekend Tahoe heeft me goed gedaan. Soms betrap ik me erop dat ik mezelf een beetje als een local zie. Dat is vooral een grappig binnenpretje wat mijn dag helemaal goed kan maken.

Het begon me deze week op te vallen dat de buschauffeurs me niet meer vragen of er iemand me op komt halen bij de brug. En als je een toerist de weg kunt wijzen zonder dat ze door hebben dat je er zelf ook nog niet zo lang bent, is dat erg grappig. Maar het hoogtepunt was toch wel dat ik van de week een “bekende” tegen kwam in de bus. Gewoon iemand die ik ken uit de stad, van een paar weken daarvoor. “Kleine wereld”?

En verder? Ik ben vrienden aan het maken. Vrijdag in plaats van de borrel van school met een vriendin en haar man een hapje gaan eten. Dat was wel even nodig. Minder slap geouwehoer en gewoon leuke gesprekken. En zaterdag ben ik de halve dag door de stad wezen wandelen (en ook gegeten natuurlijk) met een vakgenoot die ik hier in november heb ontmoet.

Dat wordt straks nog best even slikken als ik terug vlieg. Want ga ik hier ooit nog terug komen? Dat is de grote vraag. En de tijd begint aardig te vliegen. Nog zoveel te doen en nog zoveel te zien! Ik wil nog niet aftellen!!

Tijd voor me-time!

“Maandag de 16de is een vrije dag”, klonk mij als muziek in de oren. Presidents Day, de viering van de verjaardag van George Washington, maar altijd de derde maandag in februari. Onvergelijkbaar met onze Koningsdag, behalve dat iedereen het aangreep voor een grote sale en er veel mensen vrij waren heb ik er weinig van gemerkt.

Tijd voor een lang weekend weg, voor mij alleen. Op zoek naar me-time. Ondanks dat ik amper wat merk van mijn huisgenoot ben ik toch onbewust niet volledig op mijn gemak. En werd het tijd om echt even alleen te zijn, met niemand rekening te houden, uit te kunnen slapen, opladen… Maar ook “Sightseeing-tijd”. Want eigenlijk heb ik daar maar erg weinig tijd voor gehad de laatste tijd.

Soms betrap ik me erop dat ik even geen “gedoe” aan mijn hoofd wil. Even niemand wil spreken. Even niet sociaal zijn. Weg kruipen in mijn bubbel en gewoon doen alsof ik er even niet men. Het is vaak een signaal dat ik mezelf ruimte moet geven om even alleen te zijn en helemaal niets te moeten. En met nog een stukje te verwerken oud relatie-zeer, wat al een paar maanden om aandacht zit te zeuren, wist me wat me te doen stond. Alleen had ik wat moeite met kiezen tussen Yosemite en Lake Tahoe.

Uiteindelijk werd het de stad South Lake Tahoe, de meest toeristische stad in het Lake Tahoe gebied. Het idee dat er in Yosemite toch bar weinig te doen is behalve wandelen en foto’s maken, won het niet van het veelzijdiger Lake Tahoe. Ik boekte een relatief goedkope inn, pakte mijn weekendtas met mijn meest relaxte outfits en vertrok afgelopen zaterdag zonder duidelijk plan naar de plek waarvan een klasgenoot zei dat toeristen “gapers” worden genoemd, omdat ze constant met hun mond open staan van bewondering.

Vanaf San Francisco zijn er eigenlijk twee routes naar Lake Tahoe. De 80, een beetje om en saai, maar wel sneller. Of de 50, de meer toeristische slingerweg route. Ik besloot de 50 te nemen en maandagavond in het donker de saaie weg terug te nemen. Een rit van ongeveer 4 uur met wat korte stops om foto’s te schieten, te tanken of de benen te strekken. En die 4 uur was inclusief de toeristische file waar ik in terecht kwam toen ik uitzicht kreeg op het meer. Op het moment dat ik de hoogte in ging stonden er in de berm ook overal sneeuwhoogte stokken nutteloos te zijn. Later begreep ik dat al een paar jaar amper sneeuw hebben gehad in het gebied, dat het een stuk warmer en droger is geworden. Iets wat aansluit bij de algehele droogte die aan de gang is in Californie.

Aangekomen bij de inn kreeg ik een fijne kamer met een nog veel fijner super king size bed. Ik besloot snel op ontdekkingstocht te gaan voor het donker werd en liep richting het meer, de gondel, het “apres ski dorp” Heavenly en stond onverwacht ineens midden in een casino, nadat ik dacht het Hardrock cafe ingelopen te zijn. Heel even overwoog ik te kijken of ik geluk had, maar de jackpot stond maar op 1000 dollar, dus dat was de moeite niet. Gezien de mensenmassa om mij heen, dachten heel veel mensen daar anders over.

South Lake Tahoe is enorm bewandelbaar, in een paar uur ben je wel rondgelopen (niet om het meer!). En zodra je in het toeristische deel komt, wordt het een bijzonder schouwspel. Mensen in een koets die een rondleiding krijgen, overal hotels en inns, veel mensen met fototoestellen, de casino’s en kerstverlichting. Maar het meest aparte gevoel kreeg ik door het zien van ontzettend veel mensen met ski’s en snowboards, volledig in outfit, terwijl het 15 graden was en in de wijde omtrek geen sneeuw te zien was.

Ik besloot vroeg richting mijn kamer te gaan, eten te laten bezorgen en een relaxte avond te pakken en vroeg te gaan slapen. Helaas hadden we ook nog aardig wat huiswerk waar ik niet onderuit kon komen. En ik werd gered door het overlijden van de internetverbinding rond middernacht, waardoor ik toch redelijk op tijd ging slapen.

Uitrusten en uitslapen was het plan. Wat is het toch steeds dat als je daar eindelijk de kans voor hebt, dat het niet lukt? Dat je zo onrustig bent dat je elke zoveel uur wakker wordt? Dat je na 8 uur ‘s ochtends niet meer kunt slapen en voor je gevoel nog vermoeider wakker bent geworden dan je bent gaan slapen? Misschien dat een hete douche zou helpen. Of gewoon even rustig aan doen en vanzelf weer in slaap vallen. Maar na een paar uur “relaxt doen” gaf ik het op en liep ik richting de gondel om de top van de berg te bewonderen.

Schaamteloos zei de dame van de ticketverkoop dat het me meer dan 50 dollar zou kosten om de berg op te kunnen. En omdat het gros van de mensen net is zoals ik, komen ze er nog mee weg ook. “Ach, ik ben er nu toch….en verder is er niet zoveel te doen”. Maar ik had wel het goede voornemen om het maximale eruit te halen. De halve berg af te wandelen, overal uitgebreid foto’s te maken, en als het ff kon, nog ergens een slee te scoren en een berg af te gaan.

Een paar uur later stond ik weer beneden aan de berg. Er waren geen wandelpaden, de dingen die nog een beetje op een slee leken kostten 30 dollar voor een uur, en het was zo druk dat je dan maar 2 keer kon, maar het uitzicht was prachtig! Dus werd het tijd om te lunchen in het piste restaurant. Wat een aparte ervaring is als je eigenlijk alleen maar ervaringen hebt met Franse of Oostenrijkse varianten, met kneuterigheid en locale muziek. Hier kwam ik terecht in op het oog identieke tent, maar met enorm hippe (veel te harde) muziek, de afwezigheid van wiener schnitzels en overal bijvulstations voor de frisdranken.

Geinig… maar niet boeiend genoeg om uren rond te hangen. Ik begreep dat de cruises op het meer opgeschort waren vanwege de lage waterstand. En was er nog weinig om te gaan doen. En om eerlijk te zijn, had ik ook niet zoveel zin meer om wat te ondernemen.

Teveel in 3 dagen willen proppen. Relaxen, uitslapen, bankhangen, nietsdoen, eten, sightseeing, foto’s maken, rondrijden, wintersporten, huiswerk maken, portfolio voorbereiden, internetten. Ik kon niet alles tegelijk, en dus liet ik Lake Tahoe verder voor wat het was. Ik zou maandag voor vertrek nog wel een rondje om het meer rijden.

Maandag stond in het teken van de studie. Ik heb een projectvoorstel geschreven voor het eindproject. Wat interessante datasets bij elkaar gezocht. En met Patricia getest of mijn Google Hangouts het eigenlijk wel deed (aangezien ik ‘s middags een conference call zou hebben). Wat natuurlijk veel te gezellig werd en ik op een gegeven moment met laptop en al de deur uit ben gelopen om een stukje Amerika te laten zien.

En dus was ik eigenlijk nog steeds bekaf. Had ik van al mijn goede voornemend een stukje gedaan. En was het tijd om weer richting San Francisco te rijden. Onderweg werd ik nog getrakteerd op de meest mooie luchten en weerspiegelingen tijdens en na de zonsondergang bij het meer. En rond 10 uur ‘s avonds was ik dan eindelijk veilig weer in San Francisco.

Voor herhaling vatbaar. Dit ga ik vaker doen. En dan zonder een todo list. Volgende keer ga ik richting het noorden. En dan blijf ik 1 nacht in een hotel. Meer me-time. Maar misschien nog het meeste om het auto rijden, want de rit was nog het meest ontspannende van het hele weekend weg.

Eten!

“Ga je mee lunch halen?”, is de standaard vraag rond 1 uur. De dag ziet er doorgaans erg voorspelbaar uit, dus een beetje afwisseling doet me wel goed. Vandaag werd dat geregeld door de JapaCurry food truck.

Van die mobiele eettentjes. Ik heb daar wel een gevoel bij, denkend aan de hotdog tentjes in het centrum van Amsterdam. Hier in San Francisco zijn ze aardig hot. Ze zijn overal en nergens in de stad. Duiken zomaar op, voor je gevoel. En…. er staan lange rijen mensen.

Wat me doet denken aan de gewoontes van die mensen hier. Wij Nederlanders zijn maar onbeschoft en ongeduldig, vergeleken met hier. Iedereen wacht braaf in de rij voor alles. Dat had ik in het begin nog niet helemaal door. Toen de bus aan kwam rijden stond ik op van de bank en liep ik gewoon de bus in. De rij bestond uit 3 mensen, maar er was een rij. Die ik dus helemaal over het hoofd had gezien. Onbeschofte Hollander dat ik d’r ben!!

Terug naar de food trucks. De lange rijen mensen geven je toch te denken. En de locals zijn er enorm enthousiast over. De paar ervaringen die ik heb gehad waren best goed. Dus vandaag werd het Japanse curry. Voor 9 dollar een grote bak met rijst, gesneden kipschnitzel, Japanse currysaus (verder geen uitleg, sorry), en groenten. Porties vergelijkbaar met avondeten voor 1,5 personen.

Ik heb nog nooit een lunch volledig opgekregen. De porties zijn echt gigantisch. Maar om nou te zeggen dat de mensen hier ook mega dik zijn? Dat valt enorm mee. Het gros is een ontzettende foodie hier. Bij zaken als “Mixt Greens” en “Proper Food” wordt de deur platgelopen. Elke dag zijn er wel een paar dames die met een gigantische maaltijdsalade terug komen.

Ze lachen me uit dat ik zoveel brood eet. Dat ik voor de lunch ook gewoon graag een broodje haal. Ik kan er nog niet echt aan wennen, die warme, enorm exotische maaltijden tussen de middag. Maar lekker is het wel!

Workaholics

Het is de normaalste zaak van de wereld. Als je in San Francisco woont heb je een minimaal een huisgenoot. Het maakt niet uit of je nog studeert of al jaren werkt. Want eigenlijk moet je wel een heel duurbetaalde nerd zijn om hier zelfstandig te kunnen wonen (op een plek buiten de Tenderloin). Als je een beetje rond zoekt voor appartementen hier zit je al snel op een bedrag van minimaal 3000 dollar per maand. En dan heb je een studio of een 1 kamer appartement.

En misschien is dit wel een van de verklaringen voor het workaholic gedrag wat ik bij opvallend veel mensen hier tegen kom. “Wil er dan niemand gewoon lekker thuis zijn?” is wat ik me vaak af vraag. Helemaal in het begin sprak ik iemand bij de bushalte die me vertelde dat hij een reistijd had van soms wel 3 uur. Hij vond het vreselijk, maar hij had tenminste een gave baan. En dit is geen uitzondering. Vaak genoeg tref ik mensen die ‘s ochtends veel te vroeg opstaan om richting werk te gaan, om ook nog eens enorm lange dagen te maken en dus pas tussen 8 a 9 thuis zijn. Het is gewoon… Afgezien van de reistijd zijn er ook genoeg mensen die na het werk nog even naar een meeting hier en daar gaan. Nog een biertje doen met wat collega’s en rond 10 uur naar huis vertrekken.

“Komt het door de baas of de werknemer zelf?”, is een andere vraag. Het is waarschijnlijk een mix van die twee. Er zijn bazen die er alles aan doen om een werknemer zo van alle gemakken te voorzien, dat hij nog weinig behoefte heeft om naar huis te gaan. Tijdens mijn rondleiding bij Facebook begreep ik dat gevoel meteen. Ik kan dat misschien het beste beschrijven als een klein Disneyland. De kantoorpanden staan opgesteld in een cirkel en in het midden is een klein gezellig dorp gevormd waar bijna alles gratis is. Er is overal eten te krijgen, het is zonnig en er zijn allerlei terrasjes, er is een lokale bank en allemaal winkeltjes. Recent hebben ze er ook nog eens een spa geopend. En je vrienden waren natuurlijk meer dan welkom om langs te komen. Het enige wat ik miste terwijl ik rond liep, waren plekken om te overnachten. Ik kon behalve een bed geen reden verzinnen om daar nog weg te gaan als werknemer. En dat weten zij zelf ook wel, blijkt.

Maar de werknemer heeft er zelf ook een handje van. “Succes” is soort van allesbepalend hier. Veel van de techies zijn een beetje doorgeschoten. Elke minuut die je slaapt is een gemiste kans op succes. Je moet op zijn minst een idee hebben voor een startup. Of een goede baan bij een billion-dollar-company. Je bent verslaafd aan je werk. En in de bus onderweg naar je werk zit je natuurlijk al met je laptop op schoot te werken. Voor of na je werk ga je nog even sporten om gezond te blijven. Vervolgens is er elke avond een hele rits aan nerd-bijeenkomsten, met gratis eten, waar je je hart kunt ophalen. Netwerken, eten, drinken en up-to-date blijven qua nieuwste ontwikkelingen. Vergroeid met hun computer, hun werk en het internet.

Is het echt zo erg? Of hebben mensen gewoon geen zin om naar huis te gaan? Is het een gevolg van het lekkere weer? Of kunnen ze door de hectische werkdagen niet meer alleen zijn (en tot rust komen) en is het hebben van een huisgenoot dus juist heel prettig? Is het gedrag wat ophoudt rond je 30ste? Het is in ieder geval een voor mij vreemde cultuur die ik niet goed kan duiden. Maar het lijkt mij onmogelijk om zoiets lang vol te houden. “Ben je verplicht om hieraan mee te doen om serieus genomen te worden in deze omgeving?” Dat is de grote vraag waar ik nog geen antwoord op heb.

Waar ik nu hoor te zijn…

Het is rond half tien in de avond. Deze komende week staat in het teken van Natural Language Processing, het door de computer laten doen van slimme dingen met geschreven teksten. Voor we daarmee kunnen beginnen moet er wel tekst zijn. Dus vandaag sloegen we aan het “web-scrapen” en de hierdoor gekopieerde internet pagina’s sloegen we op in MongoDB. Allemaal technisch geleuter, maar ik verheug me al een tijdje op deze week. Of eigenlijk heb ik altijd al het meest verheugd op de tweede helft van het theoretisch deel van de opleiding, die deze week begonnen is. En dus kun je zeggen dat ik best happy ben.

En dus boeit het me niet dat het al half tien is en ik nog steeds op “school” ben. Met een groepje van vier (2 medewerkers en 2 studenten) zijn we even daarvoor in de buurt een hapje gaan eten in een 50’s Drive-In, inclusief jukebox. We praatten over andere docenten, het zijn van data scientist, de CV van de andere student, mijn reden om naar SF te komen, de succesvolle startup van een van de medewerkers. Maar ook het bouwen van een slimme dating-app die een lokale beschikbare miljonair voor je zoekt, kwam ter sprake. Geen idee uit welke hoek dat onderwerp kwam….. Maar het werd gezellig, zelfs zo erg dat ik “extravert” werd genoemd. En dat is al even geleden.

M., de andere student… Ik heb een zwak voor die jongen. Hij heeft een enorm hoge knuffelfactor en tovert met zijn aanwezigheid eigenlijk al meteen een glimlach op je gezicht. Hij is een en al positiviteit. Hij is Amerikaan, maar komt niet uit de buurt. Via Airbnb zocht hij een betaalbare kamer in San Francisco en hij dacht wat leuks gevonden te hebben in de buurt. Om vervolgens bij aankomst erachter te komen dat hij helemaal geen prive-kamer had geboekt en met tig mensen in stapelbedden op een kamer slaapt voor 1200 dollar per maand. Een upgrade naar de “kast” is mogelijk, maar er is een lange wachtrij voor die exclusieve plek. En het kost wel extra. Het leverde een paar goede verhalen op, en mijn levendige fantasie maakt er een rampzalig verhaal van. Ondanks dat bleef hij de voordelen van de situatie inzien. Maar ik was vandaag toch wel blij te horen dat hij inmiddels een andere kamer heeft gevonden.

Ze plaagden hem vandaag met zijn CV. De eigenaar van de startup zag er geen heil in om hem aan te nemen met zo’n slecht CV. Dus gooide M. de helft van zijn CV meteen (digitaal) in de prullenbak. Maar ja, bij de startup-per weet je nooit hoe serieus hij echt is. Hij is wat je je voorstelt bij de echte Silicon Valley nerd. Die jongen is geniaal, heeft een fotografisch geheugen, en is op het eerste gezicht “een beetje vreemd” met wat ogenschijnlijke autistische trekjes. Hij kan soms enorm in zichzelf gekeerd aan het werk zijn. Hij draagt het liefst relaxte oversized kleren en het zou me niet verbazen als hij het liefst de hele dag op zijn sokken zou lopen. Als je er een beetje doorheen prikt, blijkt het een geweldige vent te zijn. Heel eerlijk en met een leuk gevoel voor humor. Hij was ooit docent en hoort nog steeds bij het meubilair van de school. Hij is huisgenoot met de co-founder van zijn bedrijf, de man die mij zaterdag een rondleiding door Oakland gaf. Over dat soort constructies later vast meer…

De ander was vandaag onze docent, omdat dit zijn specialisme is. Maar meestal ondersteunt hij bij de opdrachten die we moeten maken. Hij is Aziaat met een gek Brits accent wat ik soms maar moeilijk kan verstaan. Hij is zo iemand die uiteindelijk een hele goede docent zou kunnen worden. Hij is altijd geduldig en neemt zijn rol erg serieus. Naarmate dat hij minder serieus hoeft te zijn, komt zijn melige kant omhoog die erg aanstekelijk is. Hij is een van de mensen die vaak langer blijft plakken op school en mensen nog helpt met hun opdracht of project. Hij heeft hiervoor zelf ook de opleiding gedaan en herkent veel van de dingen waar wij tegenaan lopen. En ik vermoed dat hij eigenlijk nooit meer afscheid heeft willen nemen van deze belevenis, wat ik me heel goed kan voorstellen.

Met tegenzin loop ik richting mijn bus. De tijd gaat te hard. Het liefst zou ik een kamer in het gebouw zoeken en voor mezelf claimen om in te gaan wonen. En nooit meer weg gaan….Ik raak gehecht aan deze gekke bijzondere intelligente gezellige mensen en de energie die daarbij hoort.

De toerist in de Tenderloin

“Waar kom je vandaan?” En weer ben ik teleurgesteld dat ik met mijn Engelse uitspraak door de mand val. “Je hebt een bijzonder accent”…. Als je antwoordt dat je uit Amsterdam komt lichten de ogen van de gemiddelde Amerikaan meteen op. Ze zijn er zelf al eens geweest en vonden het geweldig, of ze willen er graag ooit nog naartoe. Van het vooroordeel dat de gemiddelde Amerikaan compleet wereldvreemd is, merk ik in deze omgeving erg weinig. Ze zijn stuk voor stuk aardig bereisd, gaan regelmatig naar Europa. En sommigen hebben er ook gewerkt of gestudeerd.

Zo ontmoette ik gisteren iemand die jaren in Europa heeft gewoond. En zelfs, naar eigen zeggen, geschreven Nederlands redelijk beheerst. Hij kwam ineens tot de ontdekking dat het Nederlands eigenlijk heel erg op Engels leek, en met een beetje oefening heeft hij zichzelf Nederlands aangeleerd. Of hij het ook echt begrijpt, moet ik nog ontdekken. De proef op de som wordt een Nederlandse email waar Google Translate echt iets debiels van maakt.

In het Chinatown van Oakland hebben we Dim Sum gegeten, wat een aardige cultuur shock voor mij was. Een grote zaal vol tafels en stoelen en overal Chinezen, wat een kippenhok! Je kunt nog niet op je kont gaan zitten, of er komt links en rechts al personeel aan met karretjes vol hapjes. Zie het een beetje als een zittend buffet met Chinese tapas. Je hebt bijna geen tijd om te eten door alle karretjes die je moet afwijzen. Ik heb werkelijk waar heerlijk gegeten, maar had half geen idee wat ik allemaal naar binnen heb gewerkt. En vragen had niet zo veel zin. Een erg groot deel van de mensen in Chinatown spreekt geen Engels.

Met mijn doggy bag op zak kreeg ik nog een korte rondleiding door Chinatown, werd ik gewezen op het alternatieve oversteek-systeem waarbij je als wandelaar diagonaal kunt oversteken en kreeg ik uitleg over de veilige en onveilige wijken van Oakland en de verandering daarvan de laatste jaren. Met de exploderende huizenprijzen in San Francisco zie je hetzelfde gebeuren als ik ken uit Amsterdam. Langzaam beweegt zich een rimpel vanuit het centrum naar buiten en wordt alles duurder. En gaan werkende, hoog opgeleide mensen in de buitenwijken wonen, en veryupt ook die buurt.

Maar als dat allemaal speelt, dan zit ik toch met een grote vraag… “Hoezo veryupt de Tenderloin dan niet?”.

Als achtergrond informatie. Voor ik hier kwam werd ik al van diverse kanten gewaarschuwd voor de Tenderloin. “Wat je ook doet, neem geen kamer in de Tenderloin, te gevaarlijk”. Als je vervolgens een kaartje erbij pakt zie je dat het gebied in het midden van San Francisco ligt, met een groot winkelgebied, vlakbij het hoofdkwartier van Twitter en allerlei dure hotels. Het gebied ligt zo aanwezig midden in de stad, dat je er eigenlijk niet omheen kunt. En je merkt het meteen als je er bent. Meer donkere figuren op straat, meer rolluiken, meer zwervers, junks en alcoholisten, meer ontlasting (ook mensenpoep, ja) op straat. Het is een nogal ruig gebied, waar je overdag redelijk veilig kunt wezen, maar waar ik als vrouw alleen ‘s avonds niet over straat durf.

Maar hoe kan het dat zo’n gebied, wat midden in het centrum ligt, vlakbij allerlei succesvolle internetbedrijven, dan niet veryupt? De uitleg was heel verhelderend. Een deel komt erop neer dat er ergens nog een wet zwerft die maakt dat mensen die hulp behoeven, zoals bijvoorbeeld mensen die net uit de bak komen, recht hebben op betaalbare woonruimte in San Francisco. Heel San Francisco is onbetaalbaar geworden, behalve het stukje Tenderloin, waar veel woonblokken (SRO, Single Room Occupancy) nog in handen zijn van de overheid. Die gebruikt deze om te voorzien in huisvesting van de probleemgroep. En zo houdt het zichzelf in stand. Helaas heb ik van dit verhaal nog weinig terug kunnen vinden op het internet.

Toch schijnt het allemaal wel mee te vallen met die Tenderloin, hoor ik om me heen. Er wonen wat andere studenten en die komen elke dag nog gewoon levend op school. Ik neem toch maar het zekere voor het onzekere. Als ik er niet hoef te zijn in mijn eentje, zorg ik ook dat ik er niet ben. Ze hebben tenslotte allemaal heel snel door dat ik toerist ben…